Op de markt en bij de Turkse groenteboer zie je ze nu in overvloed liggen: knoestige peer-achtige steenvruchten al dan niet bedekt met een dun donslaagje. Maar wee je gebeente als je in een experimentele bui denkt dat je hier met een peer te maken hebt, een hapje van een rauwe kweepeer zal je niet goed bekomen. Kweeperen geven hun diepe fruitige smaak pas vrij als je ze lang en liefdevol hebt gestoofd, met suiker tot gelei of juist in een hartig gerecht met lamsvlees. Op vakantie in Spanje kom je mierzoete stevige carne de membrillo tegen bij je zoute Manchego (och, vakantie, wat lijkt dat lang geleden) maar hier in Nederland haalt menigeens zijn schouders op als je over een kweepeer begint (inclusief de groenteboer van wie Eline de kweeperen kocht).
|
Honing en kweeën dus, en wel een ratl schoongemaakte kweepeer op drie ratl honing. Een weinig precieze meeteenheid die overeenkomt met bijvoorbeeld a pint in Engelse recepten. Eline gebruikte 1.3 Kilogram, 4 grote lepels honing en ongeveer 200 gram suiker. Voor nóg meer smaak heeft zij 1,5 kaneelstokje met de peren meegekookt. In het oorspronkelijke recept wordt dus naast honing, ook nog suiker toegevoegd, rietsuiker hebben we het dan over want bietsuiker was in die tijd nog niet bekend.
|